Marijke de Gruyer en Nicolien de Jong

Achtergrond | Interview | Pieter Kramer en Don Duyns

Vrolijk aan de haal met een muzikaal genie

Met Wolfgang, het wonderjong gaan regisseur Pieter Kramer en toneelschrijver Don Duyns, aan de haal met Wolfgang Amadeus Mozart. Met stevige knipogen en een loopje met de werkelijkheid zoals muzikale geschiedenisboeken die beschrijven. De liedteksten en de muziek zijn van Theo Nijland.

In het theater mag bijna alles. Theater is boven alles toch illusie. Duyns en Kramer, samen toch ‘de grote twee van de familievoorstellingen’ hebben de afgelopen decennia wel vaker legendes, sprookjes, klassiekers en de geschiedenis naar hun creatieve handen gezet. Ze maakten spektakels zoals Lang & Gelukkig, Snorro, Woef Side Story, De Gelaarsde Poes’en Hamlet, de familievoorstelling. De meeste voor het Rotterdamse Ro Theater. ‘Wolfgang het Wonderjong’ is hun eerste voor Toneelgroep Oostpool en Theateralliantie, het productiehuis van zeven grote theaters, waaronder Chassé Theater.

Het idee voor Wolfgang het wonderjong ontstond aan het einde van de tournee van Hamlet. de familievoorstelling, het stuk waarmee Duyns en Kramer vrolijke lucht bliezen in de wraaktragedie van William Shakespeare. ,,Het waren de spelers die wat zaten te brainstormen over een eventueel volgend project,” herinnert Pieter Kramer zich. ,,Was er nog zoiets iconisch waarmee we aan de haal konden gaan? Een heilig huisje misschien, die we zachtjes omver zouden kunnen blazen en op onze geheel eigen wijze weer op konden bouwen?”

Wolfgang Amadeus Mozart dus. Een van de grootste, volgens velen dé grootste (klassieke) componist. Pieter: ,,Maar dat gegeven alleen vinden wij te mager voor een theaterstuk. Er moet in onze familievoorstellingen altijd een extra laag zitten. Iets waarmee je je als toeschouwer kunt identificeren. Een hedendaags thema. En dat hadden we heel snel gevonden: Wolfgang was als kind al een genie en een ster, dat door zijn ouders werd aanbeden en geëxploiteerd. Zijn oudere zus Nannerl was minstens zo begaafd, maar verdween achter de schermen. En daar zit de link met het heden: ouders die hun kinderen pushen. Tot meerdere eer en glorie van henzelf. Mozart is een voorbeeld, maar in onze tijd hebben we de turnmeisjes, de kunstschaatsters, de voetballertjes.”

Don: ,,En ook sterren die al heel vroeg in hun leven iconen werden: Stromae en een triest voorbeeld als Avici die deze status niet aan kon.” En zo kreeg het idee over deze nieuwe familievoorstelling flink wat vlees op de botten.

Onwillekeurig gaan de gedachten naar de film ‘Amadeus’ van Milos Forman. Hebben jullie daar met een schuin oog naar gekeken?

Don: ,,Nee. Maar evenals wij in Wolfgang het wonderjong de geschiedenis naar onze hand zetten, deed de film – een bewerking van een toneelstuk van Alexander Pusjkin - dat ook. Bij ons speelt het zich allemaal af in de tienertijd van Mozart en daarin duikt Antonio Salieri op, als vriend en studiegenoot. In de film is Salieri, de Italiaanse componist, zijn grote jaloerse vijand die hem naar het leven staat. In het echt waren Mozart en Salieri geen vrienden, maar zeker ook geen vijanden zoals de film suggereert.”

Schets in grote lijnen het verhaal eens van Wolfgang

Pieter: ,,Het is in feite een coming of age-story van Wolfgang Amadeus. We beginnen bij de geboorte van een baby met direct al een groot muzikaal talent. Als peuter doet ie mee aan The Voice of Austria, met een ‘super-integere’ jury die je maar beter helemaal niet kunt vertrouwen. Je kunt in familievoorstellingen altijd heel subtiel verwijzen naar wat mensen herkennen. Het fragment zit vrij in het begin, dat doen we expres, zodat de code van de voorstelling direct duidelijk is en je de context begrijpt en kennis maakt met ons humoristische uitgangspunt.”

Don: ,,Het grootst deel van Wolfgang is gewijd aan de vriendschap tussen ‘Wolfie’ Mozart en ‘Tonnie’ Salieri, in hun puberteit. Waarin zich steeds weer hun wederzijdse ambitieuze ouders opdringen. Mede daardoor ontstaat een scheve verhouding van een kindster en zijn vriendje dat er wat achteraan hobbelt, dat het allemaal niet komt aanwaaien en dat blokkeert. En daarna zien we Wolfgang aan het hof in Wenen bij een nogal ijdele keizer.”

Jullie hebben inmiddels enorme ervaring met – vaak ook muzikale - ‘familievoorstellingen’. Kunnen jullie uitleggen waar je bij het maken ervan op moet letten?

Pieter: ,,Er zijn geen wetten en regels waaraan je moet voldoen. Als je naar Wolfgang, het wonderjong komt kijken’, dan neem je elkaar mee. Daar bedoel ik mee: de ouders nemen hun kinderen mee, maar de kinderen op hun beurt ook hun ouders. Die laatsten leren weer op een naïeve manier naar theater te kijken. Dat vind ik zelf vaak ook het leukste als ik in de zaal zit. Daarom kijk ik ook graag naar poppenkast.”

Don: ,,We zetten in op publiek vanaf 8 jaar, maar we mikken qua inhoud op 11, 12 jaar en ouder. Beginnende pubers dus. Als die lastige groep mee is, heb je ook de jongere kinderen ‘te pakken’. Als ik achter mijn bureau zit, dan schrijf ik nooit voor één doelgroep. Ik laat het kinderlijke in mezelf naar boven komen, maar ik ga met mijn teksten ook weer niet op mijn hurken zitten om uit te sluiten dat een zin, of een grap niet bij iederéén aan komt.’’

Pieter: ,,De humor moet je goed doseren. Je hoeft niet geforceerd leuk te gaan doen. Vaak is een situatie al geestig. Zoals in dit stuk een scene met een ijdeltuit van een keizer die denkt zelf ook muziek te kunnen maken. Op eenzelfde niveau als Mozart. Dan wordt elke zin die wordt gesproken vanzelf grappig. Hoef je niks extra’s voor te bedenken.”

Volgens Don is het schrijven van theaterstukken ‘op je luie reet gaan zitten en meters maken’. De teksten die hij maakt zijn losse scènes, die door Pieter worden samengebracht in een Gesamtkunstwerk. Die vindt Wolfgang een intensieve voorstelling om te regisseren, ,,Alles moet in elkaar worden geschoven, we moeten goed opletten op welke momenten we het publiek erbij betrekken, want in een familievoorstelling is contact tussen spelers en publiek heel belangrijk. Het zit ‘m in details, niet alleen in de teksten en de overgangen naar de muziek van Theo, maar ook in decor en vormgeving. Alles moet kloppen en op elkaar aansluiten. Daar staat of valt de beleving van het publiek mee.”

Lees hier alle interviews uit ons wintermagazine.