Opera Papoea
Als jonge Nederlandse ambtenaar zag Frank Hubatka in de jaren zestig de hoop van de Papoea’s op onafhankelijkheid in rook opgaan. Zijn dochter Merel Hubatka schreef de roman Norman over deze bewogen periode in zijn leven. De roman is nu bewerkt tot een opera. De opera volgt de verhaallijn van het boek, het levensverhaal van Norman Taborsky, het fictieve alter ego van Frank Hubatka. In 1959 reist hij af naar de westelijke helft van het eiland Nieuw-Guinea. Als begin twintiger werd Norman aangesteld om, volgens Nederlands beleid, Papoea’s op weg te helpen naar zelfstandigheid. Ondanks vele beloften laat Nederland de Papoea’s in de steek en wordt Papoea-Nieuw-Guinea ingelijfd door Indonesië. Opera Papoea is een op feiten gebaseerd verhaal over politiek, hoop en teleurstelling, maar vooral over de veerkracht van mensen.
Jazzmusicus en componist Maarten Ornstein is in de muziek van de Papoea’s gedoken en combineert authentieke melodieën met jazz uit de sixties en seventies en moderne klassieke klanken. In de cast zitten behalve zes klassieke-, jazz- en popzangers ook vier Papoea-zangers, mensen die in Nederlands in ballingschap leven.
De cast bestaat een combinatie van zes klassieke-, jazz- en popzangers, en een koor van vier Papoeazangers, mensen die in Nederland in ballingschap leven. In de hoofdrollen zien we de jonge, aanstormende Nederlandse zangers, Steven van der Linden, Yosina Roemajauw (Voicekids-winnares 2018), Channa Malkin en Robinson Jouwe (de kleinzoon van Nicolas Jouwe, die destijds klaarstond om president van een onafhankelijk Papoa-Nieuw-Guinea te worden).
Het ensemble bestaat uit negen musici van het Concertgebouworkest en wordt gevormd door twee violen, altviool, cello, contrabas, trompet, synthesizer Ondes Martenot en twee slagwerkers. De musici werken direct samen met de zangers.
