Voor de meisjes (NFF openingsfilm)

Twee bevriende stellen delen al jaren een vakantiehuis in de Oostenrijkse Alpen. Wanneer hun puberdochters tijdens een gezamenlijke vakantie betrokken raken bij een ongeluk, brokkelt de ogenschijnlijke vriendschap in rap tempo af. Oud zeer en opgekropte frustraties drijven de ouders steeds verder uit elkaar als ze horen dat één dochter kan worden gered, maar alleen als het andere meisje wordt opgegeven. Wat begint als een moreel dilemma, ontaardt in een absurde strijd vol manipulaties en wanhopige acties waarbij de fatsoensgrenzen verder vervagen. Want als het om je kind gaat, is alles toegestaan. Toch?

Voor de Meisjes werd geschreven en geregisseerd door Mike van Diem (Karakter, De Surprise, Tulipani) en gebaseerd op de roman We doen wat we kunnen van Lykele Muus.

Nederlands Film Festival
Jaarlijks, aan het begin van het najaar, vindt het Nederlands Film Festival plaats. Anderhalve week is Utrecht de filmhoofdstad van Nederland. Wat begon als een bescheiden festival in 1981 is in omvang, bereik en impact uitgegroeid tot het gezichtsbepalende festival van de Nederlandse film en beeldcultuur.

NFF-Artistiek Directeur Ido Abram: “Met de geweldige openingsfilm Voor de Meisjes trappen we de 45e festivaleditie af waarin we de veelzijdigheid en de vitaliteit van de Nederlandse film laten zien en gaan vieren. We zijn trots dat we met deze sterke cast en regisseur onze liefde voor de Nederlandse film aan een zo breed mogelijk publiek kunnen laten zien.”

Regisseur Mike van Diem: “In Utrecht liggen mijn film-roots en het NFF voelt elk jaar weer als thuiskomen. In Voor de Meisjes draait het om de vraag: ‘Is alles toegestaan als het om je kind gaat?’ In de film doen fatsoenlijke mensen vanwege hun kinderen dingen die lang niet allemaal door de beugel kunnen, en daarmee komt de toeschouwer in een emotionele achtbaan terecht, waarbij ze in sympathie tussen de vier hoofdrolspelers heen en weer worden geslingerd. Ik heb enorm veel zin om Voor de Meisjes voor het eerst in Utrecht, en daarna in de rest van Nederland, te laten zien.”