Halie

Katharina Sattler – actrice (Schauspiel Hannover)

“Ik speel Greta, ze komt uit een rijke, geprivilegieerde familie en is heimelijk verliefd op Yara.  Ze is sociaal geëngageerd en wil mensen helpen. Later in haar leven werkt ze dan ook bij een NGO voor mensenrechten; ze probeert goede dingen te doen. Dat is een belangrijk thema in deze voorstelling: wat is goed? We denken dat we helpen, maar helpt het ook? Houden we met liefdadigheid niet juist de ongelijkheid in stand? Welke rol speelt het ego? Greta is voortdurend bezig om een filosofische manier te doorgronden hoe het zit met huidskleur en racisme in de wereld. Intussen behoort ze als homoseksuele vrouw zelf ook tot een minderheidsgroep en loopt ze tegen haar eigen problemen aan.
We proberen in deze voorstelling te laten zien hoe we als mensen met elkaar omgaan, met al onze mini-vooroordelen en mini-agressie en de speldenprikken die we elkaar bewust en onbewust geven. Ik denk dat we met deze diverse groep performers in staat zijn om op een humor- en hoopvolle manier de pijnpunten te benoemen. Wat ik persoonlijk heel leuk vind aan deze productie is dat we meerdere talen spreken in de voorstelling. Ik ben nu Nederlands aan het leren!”

Sarah Janneh – actrice, zangeres (en momenteel te zien in Wie is de Mol)

“Ik vind het heel bijzonder om in deze productie te spelen, met een 50 procent black cast. En dat het daar ook over gáát. Het is heel inspirerend, al die verschillende levens en achtergronden en etniciteiten bij elkaar. Er is veel herkenning, ook in het stuk. Het eerste deel speelt zich af precies tien jaar na 9/11.  De personages zijn daar niet zo mee bezig, in tegenstelling tot hun ouders. Het zijn tieners; de recente dood van Amy Winehouse is belangrijker. Zo was dat voor mij ook, ik heb ongeveer dezelfde leeftijd als mijn personage. 
Ik speel de rol van Monica, het zusje van Sebastian (die met Yara gaat trouwen, red.). We hebben een witte moeder en een Marokkaanse vader, die door omstandigheden en racisme aan lager wal is geraakt. Ook dat is wat ik ken: mijn vader komt uit Sierra Leone. Hij woonde in een asielzoekerscentrum en mijn moeder werd verliefd op hem. Ze trouwden en kregen mij, maar zijn ook vrij snel weer gescheiden. Het ‘nette’ Brabantse dorp waar we woonden kon helemaal niet omgaan met vluchtelingen en asielzoekers. De omgeving heeft heel lang tegen mijn vader gezegd: ‘Jij bent gek.’ Ja en dan wórdt iemand gek. Hij moest daar weg, hij is verhuisd naar Amsterdam. Twee jaar geleden is hij overleden. ‘Thuis’, in Sierra Leone.”

 

LoraDeniz – componist

“Zeven jaar geleden ben ik naar Nederland gekomen voor mijn master en sindsdien woon ik in Amsterdam. Het is de eerste keer dat ik aan zo’n grote productie werk. Het is een musical, er moet veel gecomponeerd worden. Gelukkig heb ik hier ook ontdekt hoe snel ik nummers kan schrijven! Ik denk dat het komt omdat ik zoveel vertrouwen krijg. Guy respecteert wat ik doe, hij geeft me de ruimte, maar biedt tegelijkertijd structuur; hij schrijft de globale songteksten, dus ik hoef niet from scratch te beginnen. Het thema van de voorstelling is bekend terrein, ik kan me aardig inleven in Yara’s situatie. Mijn familie woont in Istanbul. Ik heb ervoor gekozen om weg te gaan, niet voor de lol, maar vanwege de politieke situatie in Turkije waardoor ik me als muzikant niet zo vrij kon uiten als ik zou willen. Ik had mijn bachelor klassieke piano gehaald, en was inmiddels overgestapt naar contemporary music. Mijn familie heeft me altijd gestimuleerd: ‘Art is your golden bracelet,’ zeiden ze. Ze weten dat Nederland een betere en veiligere plek voor me is. Maar waar ik thuishoor weet ik niet. Niet hier en niet daar. Een plek vinden die als thuis voelt, dat wordt waarschijnlijk de zoektocht van mijn leven.”

Mohamedou Ould Slahi Houbeini – schrijver

“Het is geweldig om onderdeel te zijn van deze familie. De manier waarop deze voorstelling tot stand komt, met het hele team van schrijvers, producers, artiesten, technici, dramaturgen en de regisseur, voelt als de conceptie van een kind. Het stuk gaat over vele jaren van framing en over het karikaturale imago van the other – in dit geval de mensen uit het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Het Westen is bijzonder slecht geïnformeerd over de Arabische wereld. Heel veel mensen, ook hier in Nederland en Duitsland, dealen nog steeds dagelijks met de consequenties van het oriëntalisme. Het feit dat vluchtelingen uit Afghanistan anders worden behandeld dan vluchtelingen uit Oekraïne, is gebaseerd op het uitgangspunt dat mensen niet gelijk zijn. Daar moeten we het over hebben.”