Backstage | Interview | Dwight Fagbamila | Regisseur Femi

 

Op 29 september 2022 gaat de film Femi bij Chassé Cinema in première. Een Brabantse filmproductie en debuut van Dwight Fagbamila. Deze filmische reis behandelt thema’s als vervreemding, ouderschap en schuld. Regisseur Dwight Fagbamila vertelt je in het interview hieronder over de inspiratie voor de hoofdpersonage, de esthetiek van de film en zijn samenwerking met hoofdrolspeler Yannick Jozefzoon.

Hiervoor heb je je eindexamenfilm Babatunde gemaakt. Wat was de grootste 
uitdaging voor jou voor deze speelfilm?
In elke fase van het maakproces kwamen er nieuwe uitdagingen naar boven. Mijn 
gebrek aan ervaring vond ik daarin het meest spannend. Sinds Babatunde had ik niet 
meer op een set gestaan als regisseur, waardoor de druk voor mezelf toenam. ‘Kan ik 
me twintig draaidagen lang goed focussen? Ben ik goed genoeg voorbereid? En kan 
ik onder tijdsdruk de juiste keuzes maken?’ Dit soort vragen bleven gedurende het 
maakproces in mijn hoofd spoken. 

Wat was de inspiratie voor het personage van Dennis? In hoeverre heb je 
elementen uit je eigen achtergrond gebruikt om zijn personage te vormen?
Mijn eigen worsteling met identiteit was het uitgangspunt voor het personage van 
Dennis. Zowel zwart als wit zijn, je niet thuisvoelen bij beide, en hopeloos zoeken naar 
een manier om daar mee om te gaan was het startpunt voor het thema binnen Dennis’ 
problematiek. Uit dat thema zijn steeds meer andere thema’s ontstaan zoals 
eenzaamheid, boetedoening, en depressie, die uiteindelijk een evengrote, zo niet 
grotere rol hebben gekregen dan het thema waar ik mee begon. 

Het is een persoonlijke film, waarin ik veel van mezelf heb gestopt. Van Dennis’ 
Nigeriaanse afkomst, tot aan de stad waarin het hele verhaal zich afspeelt. Ik wilde mijn 
eerste film in een setting plaatsen die ik zelf van binnen en van buiten ken, zodat ik 
veel controle had over de basis van waar dit verhaal zich afspeelt. Daardoor moest 
Eindhoven een onvervangbaar element van de film worden door het op een 
organische manier in het verhaal te verweven. Ik moest er wel voor waken dat het niet 
als een nostalgisch decor van mijn herinneringen zou staan. Ik heb geprobeerd om 
met de locaties Dennis z’n situatie of gevoelstoestand te spiegelen. Ik zie Eindhoven 
als een zoekende stad, die sinds het vertrek van Philips op zoek is naar een nieuwe 
identiteit. Waar de afgelopen jaren de oude fabrieksgebouwen van Philips als 
skeletten aan de rand van de binnenstad stonden, worden deze nu omgetoverd tot 
hippe bedrijfspanden. Ik heb geprobeerd om Philips als een oude in slaap gevallen 
reus over de stad te laten waken. 


Hoe ben je te werk gegaan met Yannick om tot het personage van Dennis te komen? 
Vanwege onze eerdere samenwerking bij mijn eindexamenfilm was er wederzijds 
vertrouwen waar we op door konden bouwen. Ondanks dat ik altijd Yannick deze rol 
zag spelen heb ik hem vrij laat het scenario laten lezen. Ik had het gevoel dat ik er eerst 
helemaal zelf achter moest komen wat er allemaal in Dennis’ hoofd omging voordat ik 
Yannick erbij betrok en hem het personage eigen liet maken, wetende dat hij met veel 
ideeën zou komen. 

Zo kwam Yannick al vrij snel met het idee van een ernstig vermagerde Dennis. Iets wat 
psychologisch gezien rijmt met de rest van zijn mentale problemen, en het maakt zijn 
depressie en psychose visueel en fysiek. Verder hebben we beiden los van elkaar 
research gedaan naar Dennis’ problematiek en die vervolgens met elkaar besproken 
en keuzes gemaakt in wat we wel en niet interessant vonden. Hij heeft het script en de 
dialoog gezien als blauwdruk waar hij zelf verder invulling aan kon geven, zo heeft hij 
veel dialoog geïmproviseerd, en is Dennis’ manier van doen en laten op de set 
ontstaan. 

Hoe is de esthetiek van de film ontstaan? Zijn er directe inspiraties wat betreft de 
vorm?
De DoP, Aziz Al-Dilaimi, en ik hebben eerder samengewerkt aan mijn afstudeerfilm. De 
bouwstenen voor de filmtaal van FEMI hebben we bij Babatunde al gelegd. 
In het begin van de pre-productie hebben we bewust zo min mogelijk aan andere films 
gerefereerd, maar meer aan kunstvormen zoals fotografie en beeldende kunst. We 
hebben heel wat uren naar het werk van Alex Webb en Saul Leiter gekeken: 
straatfotografen die gestileerd werk maken binnen een documentaire setting, iets wat 
wij ook ambieerden. Tijdens het decouperen zijn we meer naar het werk van andere 
filmmakers gaan kijken. Qua camerastijl zijn de films van Lynne Ramsay, met name haar 
eerdere werk, en Andrea Arnold voorbeelden. Wat opvalt is dat beide makers met 
ogenschijnlijke eenvoud enorm veel weten te vertellen, zowel over plot als gevoel. 
Vaak draait het om het vertellen van de details, en weglaten van zaken die er niet toe 
doen, waardoor een focus ontstaat die we nastreefden in de beeldtaal.