Backstage | Programmablad | Combattimento & Isabelle van Keulen

Combattimento - Chassé Theater Breda

Programmablad Combattimento & Isabelle van Keulen 
Door Joke Veltman

Combattimento - 1 hoboïst, 1 violist, 1 altviolist, 1 cellist, 1 bassist, 1 chitarrone en gitaar speler en 1 klavecinist - brengen muziek uit de baroktijd, maar schuwen uitstapjes naar oudere én nieuwere muziek zeker niet. Ze zoeken vooral naar muziek waarin ze hun voorliefde voor een energieke speelstijl goed kwijt kunnen. In dit programma gaan ze de dialoog aan met Isabelle van Keulen en de swing van de fandango / tango. combattimento.nl

Isabelle van Keulen brak door als violiste toen ze – alweer in 1984 – de Young Musician of the Year Competion won. Sindsdien is ze actief als violiste, maar met evenveel plezier speelt ze altviool of werkt ze samen met kamerorkesten, andere ensembles en solisten. Behalve de stukken uit het bekende repertoire, speelt ze veel werk van hedendaagse componisten. isabellevankeulen.com

Programma gaat verder onder de afbeelding

Isabelle van Keulen - Chassé Theater Breda

Programma

Georg Philipp Telemann Vioolconcert in A-groot, TWV 51: A4
“Die Relinge” [De kikkers] 
Allegro – Adagio – Menuet 
Luigi Boccherini Fandango voor gitaar en strijkkwartet (uit G.448)
Georg Philipp Telemann Concert voor twee altviolen in G-groot, TWV 52:G3
Avec douceur – Gay – Largo – Vivement 
Christoph Willibald von Gluck Fandango (uit Don Juan) voor strijkers
n.n. Tango voor viool en strijkers
Georg Philipp Telemann Hoboconcert in d-klein, TWV 51: d1
Adagio – Allegro – Adagio – allegro
Erwin Schulhoff Tango voor strijkers
Georg Philipp Telemann Vioolconcert in fis-klein, TWV 51: fis1
Adagio – Allegro – Adagio – Allegro
Pablo de Sarasate Introduction et Fandango, op. 40
Tempo di Menuetto, fandango – allegro moderato
Georg Philipp Telemann Concert voor hobo en viool in F-groot, TWV 52: F2 Largo – Vivace – Andante (voltooid door P. Dirksen)

Telemann (1681–1767) schreef in zijn lange leven een enorme stapel muziek bij elkaar, zowel voor orkest en solo-instrumenten als voor koor en opera. Zijn opleiding verliep moeizaam omdat zijn moeder het beroep van musicus veel te onzeker vond. Ondanks zijn opgelegde rechtenstudie ontwikkelde hij zich echter voorspoedig als bespeler van meerdere instrumenten, waaronder viool en orgel. Telemann is vier jaar ouder dan Johann Sebastian Bach, die wij vaak beschouwen als de belangrijkste componist van zijn tijd, de Barok-periode. Hun tijdgenoten dachten daar anders over: zij waren enthousiast over de levendige en daardoor toegankelijke muziek van Telemann. Hij werkte actief aan het verspreiden van zijn – gedrukte – muziek door Europa, wat bijdroeg aan zijn grote bekendheid.

Het vioolconcert in A (TWV 51: A4) verbeeldt de liefde tussen twee kikkers. In het eerste deel kwaakt de solo-viool er lustig op los. In het Adagio lijkt het met de kikkerliefde de droeve kant op te gaan, maar het afsluitende Menuet is weer één en al vrolijkheid. Je hoort hier eerder een boertige variant van deze dans – compleet met een doedelzak-achtige begeleiding – dan een statige hofdans.

Hoewel het schrijven voor altviool niet populair was in de tijd van Telemann, schreef hij graag voor het instrument dat hij zelf bespeelde. In dit concert schreef hij zelfs voor 2 altviolen. Let op de donkere toon van de altviool.

De Fandango is een oorspronkelijk gezongen dans, die vooral in Spanje populair was in de 18e eeuw. Het ritme in de driekwartsmaat is karakteristiek: een lange noot – vier snelle noten – een lange noot.

Boccherini (1743–1804) een Italiaanse componist die ook in Madrid woonde, schreef veel kamermuziek, waaronder meer dan honderd strijkkwintetten. Voor zijn Fandango schreef hij een gitaar voor in het strijkkwartet, als herinnering aan de Spaanse wortels van deze muziek; ook het karakteristieke ritme (zie hierboven) is goed te herkennen. Het karakter van de muziek is expressief en wisselt tussen uitbundige en verstilde passages. Soms worden ook wel castagnetten toegevoegd.

Ook von Gluck (1714–1787) kreeg te maken met ouders die zijn grote wens om musicus te worden niet wilden ondersteunen. Hij ging al jong zijn eigen weg en ontplooide zich zelfstandig tot beroemd operacomponist. Hij schreef in de stijlen van de Italiaanse opera seria, later van de Franse opéra comique en tragédie lyrique. Glucks Fandango, uit het revolutionaire ballet over vrouwenversierder Don Juan, is sprankelende en levendige dansmuziek. Er zijn veel filmpjes te vinden met ballet in allerlei stijlen. Ook hier is het karakteristieke fandango-ritme goed te herkennen.

Telemann schreef 8 hoboconcerten. In dit vroege hoboconcert in d-mineur krijgt de hoboïst alle ruimte om te laten horen wat hij allemaal kan. De sfeer is levendig, ondanks de ondertoon van mineur, die hier eerder zoet is dan droef.

Muziek en dans van de Tango komt oorspronkelijk uit Zuid-Amerika, maar er zijn veel meer invloeden aan te wijzen, onder andere uit de Klezmer. De bandoneon is het tango-instrument bij uitstek.

Het muzikale talent van Erwin Schulhoff (1894–1942) werd al vroeg opgemerkt, zodat hij met 10 jaar al op voorspraak van Dvorak kon gaan studeren aan het conservatorium van Praag. Behalve voor muziek had hij een grote passie voor nieuwe technieken. Dat leidde tot composities met jazzmuziek, lichteffecten en wandelende luisteraars. Zijn grote onvrede met de politieke situatie leidde uiteindelijk tot zijn vroege dood. Tango voor strijkers is een deel uit zijn suite voor kamerorkest (1921).

Telemann schreef één van zijn vioolconcerten in de toonsoort fis-mineur, waarin kruisen een belang-rijke rol spelen. Voor een violist betekent dit dat hij (bijna) geen losse snaren kan gebruiken, waardoor de viool een meer gedempte klank krijgt en zijn heldere toon moet inleveren.

de Sarasate (1844–1908) was een virtuoos violist, die ook (vaak voor eigen concerten) componeerde. Zijn muziek is meestal geënt op de Spaanse volksmuziek, zoals bij deze voorloper van de tango. De introductie is vooral virtuoos, waarna het fandango-ritme weer opduikt.

In Telemanns concert voor hobo en viool verdient het aandacht om naar de canonische inzetten te luisteren: welk instrument gaat voorop? Als ze elkaar een tijdje ‘achterna gespeeld’ hebben gaan beide instrumenten weer gezamenlijk verder, wat een heerlijke afwisseling oplevert.